|
|
- Alle ingrediënten moeten op kamertemperatuur zijn. Boter
of eieren die te koud zijn, doen het cakemengsel snel schiften.
- Wanneer het deeg te kort of te lang geroerd wordt, kan de cake
tijdens het bakken inzakken.
- De temperatuur van de oven moet juist zijn. Een te warme oven
vormt te snel een korst op de cake, waardoor het deeg niet meer
kan rijzen. Een oven met een te lage temperatuur zorgt ervoor
dat het deeg niet genoeg rijst.
- Als je eieren toe moet voegen, doe dit dan één
voor één en wacht met het volgende ei tot het vorige
helemaal glad is weggeroerd.
- Boter of margarine, suiker en zout ongeveer drie minuten mixen,
zodat alles goed gemengd is en de suiker niet meer knarst.
- Gebruik een zeef om bloem, meel, bakpoeder, etc. toe te voegen.
- Het deeg is goed van dikte als het zwaar roerbaar is en in grote
toeven van de lepel valt. Als het vast blijft zitten aan de haken
of de lepel nog 2 tot 3 eetlepels lauw water erdoor roeren. Is
het deeg te dun, dan nog iets gezeefde bloem erbij roeren.
- Cake is gaar als een houten satéprikker of breinaald
droog uit de cake komt.
|
|
|
|