 |
|
- Eiwit wordt alleen maar goed stijf als er geen spoortje
vet in het mengsel zit. Door een klein sliertje eigeel, wat erg
vet is, zal het eiwit al niet stijf genoeg worden. De kom waarin
de eiwitten stijf geslagen worden moet dus ook echt vetvrij zijn,
evenals de garde. Een echt vetvrije kom is gegarandeerd als je
ze van tevoren schoonwrijft met gezeefd citroensap.
- Margarinesoorten die koud goed smeerbaar zijn, zijn niet geschikt
voor zandtaartdeeg. Het deeg wordt hierdoor snel plakkerig.
- Zandtaartdeeg uitrollen levert geen problemen op (zeggen ze)
wanneer de deegroller steeds dun met bloem bestoven wordt.
- Laat zandtaartdeeg nooit te lang afkoelen. Hierdoor ontstaat
er vaak een vochtig laagje tussen vorm en taart of plakt of koekt
de rand juist weer vast aan de vorm. Het juiste moment om de vorm
los te halen is als je de taart net beet kunt pakken zonder de
handen te branden.
- Schuimgebak bevat veel suiker en kleeft daarom tijdens
het bakken erg aan de bakplaat. Gebruik daarom altijd bakpapier
of eetbare ouwel om het schuimgebak op te laten drogen.
- Eiwitschuim moet langzaam en gelijkmatig bij een lage
temperatuur gedroogd worden in de oven. Beschikt je oven niet
over zo'n lage stand, werk dan met het om de 20 minuten in- en
uitschakelen van de oven en zet de ovendeur op een kier.
- Om te voorkomen dat soezen tijdens het bakken te snel
een harde korst krijgen en niet meer kunnen rijzen, kun je de
bakplaat of het bakpapier met een paar lepels water besprenkelen
en besproeien.
- Als soezen na het bakken inzakken, was het deeg te slap.
Dit komt omdat je teveel eieren gebruikt. In de meeste recepten
wordt uitgegaan van eieren van 50 gram.
- Omdat kookdeeg in de oven vooral door de warme lucht
zo uitzet en rijst, mag de oven tijdens de eerste helft van de
baktijd zeker niet geopend worden. Door de koude tocht tijdens
het openen zakken de soezen direct in.
|
|
 |
|